Geschiedenis klarinet
De klarinet werd omstreeks 1700 ontworpen door Johann Chr. Denner, afkomstig uit Neurenberg (Duitsand). Denner heeft de 'chalumeau' als basis instrument gebruikt en men beschreef in 1690 het instrument als 'verbeterde chamuleau'. De chalumeau was een zeer eenvoudig blaasinstrument voorzien van een riet en werd soms gebruikt bij de uitvoering van opera's. In het Musem van Kunstnijverheid in Berlijn is een kopie van een chalumeau te zien, want een origineel bestaat niet. Aan dit exemplaar is te zien dat de klarinet echt een ander instrument is en dat de vergelijking al snel scheef gaat.Waarschijnlijk werden beide namen toen door elkaar gebruikt. Denner en zijn zonen experimenteerde met hun instrument en tal van verbeteringen werden doorgevoerd. Ook ontwikkelde zij klarinetten in verschillende afmetingen en daarmee toonsoorten. Al snel verspreidde het instrument zich over heel Europa, waar het direct werd opgenomen in het klankspectrum van het orkest.
Zo componeerde de Italiaanse componist Vivaldi in 1740 een concerti grosso voor twee klarinetten en twee hobo's. In 1748 kwam ook Händel met een ouverture voor klarinet en ook J.C. Bach besteedde ruimschoots aandacht aan de klarinet. Na experimenten met twee en drie kleppen verscheen in 1760 de vijfkleppige klarinet. Dit instrument werd een belangrijke inspiratiebron voor componisten, waardoor de klarinet aan populariteit won. In 1791 ontstond de zeskleppige- en een jaar later de achtkleppige klarinet. Ivan Müller was een groot musicus en virtuoos en daarnaast ontwikkelde hij een prototype van een nieuwe (verbeterde) klarinet. Hij verhuisde naar Parijs waar hij het project verder opstartte.
Deze nieuwe klarinet had dertien kleppen en was zo geconstrueerd dat voor de bespeler alle toonaarden makkelijk bespeelbaar waren. Het instrument werd voorgelegd aan een comité van het Conservatorium van Parijs die de klarinet echter afwees. Hij stopte de productie en sluitte zijn werkplaats. Hij ontwikkelde zich als één van de beste klarinettisten en werd in binnen- en buitenland geroemd om zijn klank en techniek.
Hyacinthe Klosé was ook klarinettist en verzocht zijn instrumentenmaker Louis Buffet om het brilkleppen systeem van Böhm (ontwikkelde o.a. het systeem voor de fluit) te gebruiken bij de klarinet. Het instrument kreeg een rankere vorm en had zeventien kleppen voor vierentwintig toongaten en was licht bespeelbaar. In 1839 introduceerde Buffet op een tentoonstelling in Parijs deze klarinet en won daarvoor een medaille. De Belgische uitvinder van de saxofoon Adolphe Sax bracht verbeteringen aan in het kleppen-systeem. Oskar Oehler combineerde de voordelen van het Müller-systeem met die van het Böhm-systeem en zo ontstond de tegenwoordige veel gebruikte Oehler-klarinet.