Pianoforte stromingen
In de geschiedenis en ontwikkeling van de pianoforte zijn er verschillende stromingen te herkennen:
Broadwood
De schotse pianobouwer John Broadwood gebruikte vooral het stoss-mechaniek in tafelpiano's. Deze tafelpiano's waren eenvoudig van mechaniek en waren zeer succesvol en was aanvankelijker belangrijker voor de pianofortebouw dan de vleugelvorm. Broadwood groeide zo zelfs uit tot de grootste pianofabriek van de wereld.
Cristofori
Bartolomeo Cristofori ontwikkelde zijn 'Gravecembalo col piano e forte' rond 1700. Deze eerste instrumenten zien er uit als klavecimbel, maar hebben dikkere snaren en een stevigere constructie. Zijn oudste bewaarde instrument komt uit 1720 en staat in het Metropolitan Museum of Art in New York. In het Museo degli Instrumenti in Rome staat een piano uit 1722 en één in Leipzig in het Instrumentenmuseum. De invloed van Cristofori was groot niet alleen in Italië, maar ook in Duitsland, Oostenrijk, Spanje, Portugal en Engeland.
Érard
Sebastian Érard combineerde op ingenieuse wijze de voordelen van het stoss-mechaniek en het prell-mechaniek. De snelle repetitie door zijn 'mécanisme à double échappement' sprak vele grote pianisten aan, waaronder Franz Liszt.
Silbermann
In 1926 ging de beroemde orgel- en klavecimbelbouwer Gottfried Silbermann zich toeleggen op de bouw van pianofortes. Hij verbeterde het prell-mechaniek van Schröter dat voortaan het 'Duitse mechaniek' genoemd werd. Silbermann leverde zijn instrumenten o.a. aan Frederik de Grote (Postdam). Door deze leveranties kwam J.S. Bach in aanraking met deze instrumenten, na enkele technische verbetering blijkt dat Bach enthousiast is geweest over deze instrumenten. In het paleis Sanssouci in Postdam staat nog een Silbermann-vleugel uit 1746.
Schröter
Schröter leverde in 1717 twee pianofortes aan het Saksische hof te Dresden. Eén met een mechaniek met hamerslag bovenop de snaren en één met een mechaniek dat de snaren van onderen aansloeg. Hij experimenteerde zowel met stoss- als met het prell-mechaniek.
Stein
Deze Duitse bouwer ontwikkelde een nieuwe traditie in de pianobouw. Hij was een leerling van Silbermann en verbeterde het mechaniek van Schröter en Silbermann. W.A. Mozart was zeer gecharmeerd door zijn pianofortes.
Walter & Streicher
De dochter van Stein, Nannette Streicher, vestigt zich samen met Anton Walter in Wenen waarzij het prell-mechaniek en de instrumenten verder perfectioneren. Hieruit ontstaat het zgn. 'Weense mechaniek.' In dit mechaniek bevindt de hamer zich op de toetshefboom zelf en wordt i.p.v. opgestoten juist opgewipt.