Pianovaktermen
In het onderstaande overzicht vind je enkele veelgebruikte pianovaktermen.Aanspreekbaarheid Nauwkeurigheid van de overdracht tussen mechaniek en klank. |
Afval Terugvallen van de hamer voordat deze de snaar raakt. |
Agrafe Type snaargeleider. |
Bakstukken De houten blokjes links en rechts van het klavier. |
Capo d'astro Type snaargeleider. |
Console De poten onder de klaviertafel. |
Corpus De ombouw van een piano of vleugel. |
Diepgang Indrukdiepte van een toets. |
Discant De hoogste drie octaven. |
Donkere toon Bij een toon met een donkere klank hebben de lagere frequenties de overhand. Een donkere toon staat tegenover een heldere, sprankelende toon. |
Duplex-scale Systeem waarbij een extra deel van de snaren meeklinkt; biedt een grotere klankrijkdom. |
Dynamiek Het verschil tussen hard en zacht. Instrumenten verschillen in de grootte van hun dynamisch bereik. |
Dynamische toon Een instrument met een dynamische toon reageert heel direct op verschillen in aanslagsterkte. |
Fluwelige toon Een fluwelige toon is een zachte, omfloerste toon waarbij de hoogste frequenties enigszins gedempt overkomen. Instrumenten met een fluwelige toon zijn in romantische stukken vaak beter op hun plaats dan in modern werk. |
Frame Ander woord voor pantserraam. |
Gesatineerd Zijdeglansafwerking van houten of met fineer beklede kasten. |
Hard, harde toon Een duidelijke, harde toon. Staat tegenover een omfloerste, zachte toon. Een instrument met een harde toon is beter op z'n plaats in popmuziek of bij de begeleiding van een koor dan in romantische stukken. |
Heldere toon Bij een heldere, sprankelende toon zijn de hogere frequenties het duidelijkst aanwezig. Staat tegenover een donkere toon. |
Hybride piano Andere naam voor silent piano: een akoestische piano met een ingebouwde digitale piano. |
Hygrometer Luchtvochtigheidsmeter. |
Intoneren Het bijsturen van de klankkleur en de dynamische mogelijkheden van het instrument, onder meer door de vilten hamerkoppen zachter of juiste harder te maken. |
Klankbalans De balans tussen de lage, de midden- en de hoge frequenties. |
Kroon De bolling van de zangbodem. |
Lichte toon Een instrument met een lichte toon heeft een lichte, transparante of vriendelijke klank. Staat tegenover een donkere of zware toon. |
Lichte speelaard Een aanslag waarbij weinig druk nodig is om klankvolume te verkrijgen. |
Lier De houten constructie waarin vleugelpedalen gemonteerd zijn. |
Moderator Andere term voor studiepedaal. |
Metalig Sommige instrumenten hebben een harde metalige toon, alsof er geen vilten maar metalen hamers tegen de snaren slaan. |
Octaaf Een octaaf is de afstand van een toets tot de volgende gelijknamige toets op het klavier, dus bijvoorbeeld van c' naar c'' of van g'' naar g'''. Een pianoklavier telt ruim zeven octaven. |
Opgewicht De kracht (gewicht) waarmee een toets omhoog komt. |
Pappelen Zeer snelle dubbele aanslag van de hamer, veroorzaakt door een onjuiste afregeling van het mechaniek. |
Rastconstructie De balken aan de achterzijde van een piano of aan de onderkant van een vleugel. |
Regulatie Afregeling van mechaniek, pedalen en klavier. |
Rim De ombouw of corpus van een vleugel. |
Serienummer Aan de hand van het serienummer is het bouwjaar van een instrument te achterhalen. |
Sokkels Sokkels voorkomen schade door de wielen van het instrument. Er zijn speciale sokkels die de aan de vloer doorgegeven trillingen reduceren. |
Sostenutopedaal Middelste pedaal van een vleugel. De voor het indrukken van dit pedaal aangeslagen tonen blijven doorklinken; de andere tonen worden gedempt zodra de toetsen losgelaten worden. Vooral gebruikt in impressionistische muziek. |
Speelgewicht Het gewicht (de kracht) dat nodig is om een toets in te drukken. |
Sustainpedaal Het rechterpedaal, ofwel het doorklinkpedaal. |
Taboeret Ander woord voor pianokruk. |
Unacordapedaal Linkerpedaal van een vleugel. |