Je bent hier: Home | muziekinstrumenten: Geluidsleer
MMS_950x220

Definite van geluid

Wanneer de lucht in voldoende mate in trilling wordt gebracht ontstaat er geluid. De trillingen worden opgevangen door ons oor en via de gehoorzenuwen overgebracht naar de hersenen zodat we horen. Wanneer ons bewustzijn zich actief op deze geluidsdruk richt, dan luisteren we.

Trillingen kunnen zowel regelmatig (toon) als onregelmatig (geruis) zijn. Muziek is een combinatie van toon en geruis, zo is het geluid van een trom geruis, en dat van een bijvoorbeeld een piano een toon.

Toonhoogte
De toonhoogte wordt bepaald door het aantal trillingen per seconden, deze snelheid noemen we frequentie. De frequentie wordt gemeten in het aantal trillingen per seconde en uitgedrukt in 'Herz' (hz). Hoe groter het aantal trillingen, hoe hoger de toon. Niet alle frequenties kunnen door ons gehoor waargenomen worden. De grens ligt bij ca. 16 tr/sec. tot ca. 20.000 tr/sec. Wanneer de mens ouder wordt laat het gehoor het echter afweten bij 14.000 tr/sec. Is van een bepaalde toon het aantal Herz bekend, dan heeft de toon, die een octaaf hoger klinkt het dubbele aantal trillingen. De internationale standaard is dat de A1 440 herz heeft.

Snaren van instrumenten zitten altijd aan beide kanten vast, aan deze uiteinden kan de snaar nauwelijks trillen waardoor er knopen in de trillingen ontstaan. In het midden van de snaar kan de snaar wel vrij trillingen, daar zit de buik van de trilling.

Bij een snaarinstrument hangt de frequentie af van:
> De lengte van de snaar (hoe langer, hoe langzamer, hoe lager de toon)
> Gewicht van de snaar (hoe zwaarder, hoe langzamer)
> Spanning van de snaar (hoe strakker, hoe hoger)

Op zich geven snaren nauwelijks geluid, maar door de versterking van het corpus van het instrument krijgt de klank pas zijn volume.

Bij een blaasinstrument worden er geen snaren in beweging gebracht, maar wordt er 'gespeeld' met lucht. Voor het produceren van een toon is een bepaalde luchtdruk nodig (dit verschilt per instrument). Door het blazen van lucht door het instrument ontstaan er luchtwervelingen. Door het bespelen wordt de luchtstroom steeds langer of korter gemaakt. Hierdoor ontstaan snelle bewegingen (buiken) en langzame trillingen (knopen)

Toonsterkte
De regelmatige trillingen van een toon zouden kunnen worden voorgesteld als golvende lijnen. Wanneer we midden door deze golflijn een rechte lijn trekken, zien wij dat de beweging begint vanuit een rustpunt op deze rechte lijn. De golving bereikt een grens aan de ene kant van de lijn, verandert van richting en bereikt door het rustpunt een grens aan de andere kant van de lijn. De afstand van de ene grens tot aan de andere en terug noemen we de wijdte van de trilling of amplitude (amplitudo). Deze trillingswijdte bepaalt de sterkte van de toon . Hoe groter de trillingswijdte, hoe sterker de toon.

Klankkleur
Onder klankkleur (timbre) verstaan we de typische eigen aard van geluid van een bepaald instrument. Hierdoor kunnen we het geluid van een fluit onderscheiden van dat van bijv. een trompet. Bij de totstandkoming van het klankkarakter spelen de boventonen een belangrijke rol. Onder boventonen (harmonischen) verstaat we die tonen, die bij de grondtoon klinken. Wanneer het gehoor niet op het waarnemen van boventonen is gespitst, veronderstelt men bij het beluisteren van bijv. een c slechts één toon te horen. Wanneer men het het bestaan van de boventonen wél op de hoogte is, zal men bij scherp luisteren één of meer boventonen zonder verder hulpmiddel kunnen onderscheiden.

Ter illustratie van de boventonen een voorbeeld. Wanneer je op een blokfluit alle gaten sluit en de fluit zachtjes aanblaast, dan hoor je de toon C2. Bij wat harder blazen klinkt de C3 en bij nog feller blazen dan slaat de toon over naar g3. Door middel van meetapparatuur heeft men een grote reeks boventonen kunnen vaststellen, uitgaande van c groot zijn de eerste 16 harmonischen:

Voorbeeld: harmonische zijn ook eenvoudig te berekenen:

Grondtoon = 1e harmonische C
2e 8:2= 4' c
3e 8:3= 2 2/3' g
4e 8:4= 2' c1
5e 8:5= 1 3/5 e1
6e 8:6= 1 1/3 g1
7e 8:7= 11/7 bes1
8e 8:8= 1' c2 enz.

Verwarrend is dat de tweede harmonische ook de eerste boventoon wordt genoemd enz. Wanneer wij op een toetsinstrument al deze tonen tegelijkertijd zouden aanslaan, zou er een samenklank ontstaan, die verre van fraai is. Boventonen klinken in werkelijk dan ook in verhouding tot hun grondtoon maar zwak mee.

MMS_950x100

Let's make music!

Let's make music!Let's make music! is internetuitgever en initiatiefnemer van deze muziekportal. Let's make music! is een pro-actief en onafhankelijk projectbureau dat muziekbeoefening op eigen initiatief, met eigen middelen en projecten stimuleert.

website | www.muziekpromotie.nl

LMM_logo

Muziek maakt slim!

Muziek maakt slim!Muziek maken is leuk en bovendien hebben wetenschappelijke onderzoeken bewezen dat het een zeer positieve invloed heeft op de intelligentie en de sociale vaardigheden van kinderen. Meer info op onze projectwebsite.

website | www.muziekmaaktslim.nl

MMS_logo

Samen muziek maken!

smmWat doet muziek met kinderen en hoe kun je als ouders of opvoeders van kinderen muziekbeoefening op een eenvoudige manier integreren in de opvoeding? Op deze website geven we een aantal eenvoudige tips!

website | www.samenmuziekmaken.nl

SMM_logo_V2