Je bent hier: Home | muziekinstrumenten: Muziektermen Muziektermen C t/m C
MMS_950x220

Muziektermen C t/m C

Afkortingen tussen haakjes verwiken naar linguistische oorsprong Eng., Engels: Fr., Frans; Dui, Duits; Gr., Grieks; Hin., Hindi; It, Italiaans; Lat., Latiin; Port., Portugees; Sp., Spaans.

C
Letternaam voor de eerste stanitoon en de eerste toon in de diatonische toonladder van C.

Caccla
(It. jacht ) Tweestemmig jachtlied uit de Ars Nova, waarin de tweede stem (de jager) de melodie van de eerste stem (het wild) in canon overneemt.

Cadena
(van Lat. cadere, 'vallen')
Bepaalde opeenvolging van akkoorden aan het eind van een muziekstuk of een frase: Men onderscheidt vier verschillende vormen: de authentieke cadens (dominant-tonica), de plagale cadens (subd(> minant-tonica). de halve cadens ot haltslot (tonica-dominant ot subdominant-dominant) en de bedriegelijke cadens of Trugschluss (dominant-willekeurig akkoord, meestal zesde trap). Uitgeschreven of geïmproviseerde passage meestal in een concert ot concertaria waarin de uitvoerende kunstenaar zijn virtuositeit ten toon kan spreiden

Calando
(It.) Rustiger (minder luid) en langzamer wordend

Canon
Contrapunttechniek waarbij de melodie van de ene stem na enige tijd letterlijk wordt geïmiteerd door een andere stem, die niet noodzakelijkerwijs op dezelfde toonhoogte hoeft in te zetten. De kunst is dus een melodie te schrijven die zichzelf kan harmoniseren Zie ook kreeft canon.

Cantabile
(It.) In vloeiende, expressieve zangerige stijl.

Cantate
(van It. cantata, 'gezongen') Compositle voor soli, koor en meestal instrumenten .

Canticum
(Lat.) Gezang, evenals de psalmen op een bijbeltekst

Cantilene
(van It. cantilena, 'liedje') Vloeiende, zangerige melodie

Cantillatio
(Lat.) Het onbegeleid zingen van een bijbeltekst, vooral in de joodse eredienst.

Cantor
(Lat. zanger ) Voorzanger in de katholieke en anglicaanse eredienst, ook leider van de schola cantorum. Tegenwoordig ook koorleider in protestantse kerken. In de joodse eredienst heet de cantor chazzan.

Cantus firmus
(Lat., 'vaste zang') In de polytonie een gegeven melodie waaromheen de andere stemmen van het contrapunt worden geweven

Canzona
(It. 'lied') Oorspronkelijk een bepaalde versvorm van de troubadours, later ook de muziek bij dergelijke verzen. In de zestiende en zeventiende eeuw kort instrumentaal stuk in getugeerde stijl; nog later instrumentaal stuk in liedstijl.

Canzonetta
(It., 'liedje') Met deze term wordt voornamelijk een soort madrigaal aangeduid; later ook licht sololied.

Capriccio
(It.) Een gewoonlijk snel stuk in vrije vorm; later ook licht sololied.

Carillon
(Fr.) Klokkenspel, mechanisch of met de hand bespeeld.

Carol
(Eng.) Traditioneel Engels kerstlied; er zijn ook carols voor bijv. Pasen.

Castraat
(It.) In de zeventiende en achttiende eeuw, volwassen mannensopraan ot -alt, bij wie men de stembreuk had vermeden door castratie.

Catch
(Eng., 'vangen') Drie- ot vierstemmige canon waarbij de zangers hun partij op het juiste moment moeten 'vangen'. Vanaf de zeventiende eeuw tot op heden populair in Engeland.

Cavatine
(It.) Korte aria, ot kort lied-achtig instrumentaal deel.

Chaconne
(Fr.) Langzaam vocaal of instrumentaal muziekstuk, opgebouwd op een basso ostinato en vrijwel altijd in 3/4 maat. Oorspronkelijk een Spaanse dans Venwant aan de passacaglia.

Chanson
(Fr., 'lied')
In principe ieder eenvoudig Frans lied. Via het café-concert ontwikkelde het zich tot een zeer eigen vorm, niet zelden van een hoog literair gehalte.
Meerstemmige, vaak polyfone Franse liedvorm, ontstaan uit de liederen van troubadours en trouvères.

Chorus
(uit Gr., 'refrein')
In een jazznummer het steeds terugkerende gedeelte waarop (vaak solistisch) wordt geïmproviseerd.
Tweede en meestal bekendste gedeelte van een Amerikaans showlied, voorafgegaan door een 'verse'. Ze ook koor.

Chromatiek
(van Gr., 'kleur' de Grieken noemden kleine intervallen 'kleuringen') Muzikale schrijfwijze, gebaseerd op de chromatische toonladder in plaats van bijv. de diatonische toonladder.

Chromatische toonladder
Toonladder van twaalf halve tonen. Zie ook chromatiek

Coda
(It, 'staart') Passage, toegevoegd aan het eind van bijv. een sonatedeel, waardoor de atsluiting daarvan wordt benadrukt.

Coloratuur
(It. coloratura, 'kleuring') Versieringskunst in vocale muziek. Een sopraan wiens stem zich hiertoe leent, noemt men een coloratuursopraan.

Con brio
(it.) Met verve.

Concert
(Lat. conserere, 'samenvoegen')
Oorspronkelijk een compositie voor verschillende contrasterende instrumenten; sinds de klassieke periode een werk voor solo-instrument en orkest. Vroege vormen als concerto grosso en (sinfonia) concertante stelden een groep solo-instrumenten (concertino) tegenover het orkest (ripieno). (Lat. concertare, 'wedijveren') Voor het publiek toegankelijke muziekuitvoering.

Concertante
Zie concert.

Concertato
Zie concert.

Concertino
Zie concert.

Concerto grosso
Zie concert.

Concrete muziek
Zie bij musique concrète.

Conductus
Middeleeuws meerstemmig kerkmuziekgenre waarin de cantus firmus een wereldlijke of nieuw gecomponeerde melodie is.Voorloper van het motet.

Consonant
Zie harmonie.

Consort
In de zeventiende eeuw, met name in Engeland, een groep muziekinstrumenten van een familie. Een 'gebroken consort' omvat instrumenten van verschillende families. Ook: instrumentaal ensemble dat zich toelegt op een bepaald soort muziek en die uitvoert op authentieke wijze en autenthieke instrumenten.

Continuo
Zie basso continuo.

Contralto
Laagste vrouwenstem.

Contrapunt
De kunst twee ot meer melodische lijnen zodanig samen te voegen dat zij zich zelfstandig blijven voortbewegen, zonder dat de samenklank wordt geschaadt. Het contrapunt ontstond bij de opkomst van de vocale polyfonie in middeleeuwen en renaissance. In de barok werd instrumentaal contrapunt belangrijk. Later kreeg deze techniek minder nadruk, maar het bestuderen ervan is nu nog een onderdeel van de opleiding tot componist. Het woord stamt van het Latijnse 'punctus contra punctum', noot tegen noot, zoals in de vroegste vorm, waarbij aan een bestaande melodie noot voor noot een tegenstem werd toegevoegd. Imitatie waarbij verschillende stemmen na elkaar inzetten met een zelfde melodie, is een belangrijk onderdeel van deze techniek. Ze ook canon en fuga.

Counter-tenor
Hoge mannenstem in dezelfde ligging als de vrouwelijke alt. Andere term voor mannenalt.

Courant
(Fr.) Deel van de klassieke suite, in 3/4 maat. Oorspronkelijk meer een hoofse dans dan een volksdans.

Credo
(Lat., 'Ik geloof') Derde deel van de gezongen mis.

Crescendo
(It.) Geleidelijk toenemend in klanksterkte.

Cyclisch of cyclische vorm
Muziekstuk waavan de delen onderling zijn verbonden door dezelfde of verwante thema's.

Czárdás
Hongaarse nationale dans met langzame en snelle gedeelten.

Alle muziektermen op één website

MMS_950x100

Let's make music!

Let's make music!Let's make music! is internetuitgever en initiatiefnemer van deze muziekportal. Let's make music! is een pro-actief en onafhankelijk projectbureau dat muziekbeoefening op eigen initiatief, met eigen middelen en projecten stimuleert.

website | www.muziekpromotie.nl

LMM_logo

Muziek maakt slim!

Muziek maakt slim!Muziek maken is leuk en bovendien hebben wetenschappelijke onderzoeken bewezen dat het een zeer positieve invloed heeft op de intelligentie en de sociale vaardigheden van kinderen. Meer info op onze projectwebsite.

website | www.muziekmaaktslim.nl

MMS_logo

Samen muziek maken!

smmWat doet muziek met kinderen en hoe kun je als ouders of opvoeders van kinderen muziekbeoefening op een eenvoudige manier integreren in de opvoeding? Op deze website geven we een aantal eenvoudige tips!

website | www.samenmuziekmaken.nl

SMM_logo_V2