Canon
Een canon is een muzikale compositievorm waarbij dezelfde melodie door verschillende stemmen wordt ingezet met een bepaalde vertraging. Elke stem volgt dus de vorige, waardoor een soort muzikale ketting ontstaat. Canons worden veel gebruikt in klassieke muziek, maar ook in kinderliedjes.
Capo
Een capo is een hulpmiddel dat op de hals van een gitaar wordt geplaatst om de toonhoogte te verhogen. Hiermee kun je gemakkelijk in andere toonsoorten spelen zonder de grepen te veranderen. Vooral handig bij het begeleiden van zangers.
Cello
De cello is een strijkinstrument uit de vioolfamilie met een warme, diepe klank. Het wordt rechtop tussen de knieën bespeeld met een strijkstok of met de vingers (pizzicato). De cello komt voor in klassieke muziek, filmmuziek en soms ook in pop en rock.
Chaconne
Een chaconne is een muzikale vorm waarbij een reeks akkoorden of een baslijn steeds wordt herhaald, terwijl de melodie en harmonieën daarboven variëren. Het is een vorm die populair was in de barokperiode en bekend is uit werken van Bach.
Chords
Chords (akkoorden) zijn combinaties van drie of meer tonen die gelijktijdig worden gespeeld. Ze vormen de harmonische basis van veel muziek. Akkoorden kunnen majeur, mineur of bijvoorbeeld dominant zijn, afhankelijk van de samenstelling van de tonen.
Chromatiek
Chromatiek verwijst naar het gebruik van halve toonafstanden in een melodie of harmonie. Het geeft muziek een spannender, soms dissonant karakter. Chromatiek wordt veel gebruikt in klassieke muziek, jazz en moderne composities.
Clef
Een clef (sleutel) is een symbool aan het begin van een notenbalk dat aangeeft welke toonhoogtes de noten op de balk voorstellen. De meest voorkomende zijn de G-sleutel (vioolsleutel) en de F-sleutel (bassleutel). Ze bepalen de lezing van de noten.
Coda
Coda betekent letterlijk ‘staart’ in het Italiaans en verwijst naar het afsluitende deel van een muziekstuk. Een coda geeft een gevoel van afronding en kan kort of uitgebreid zijn. In bladmuziek wordt de coda vaak aangegeven met een speciaal symbool.
Compone
Componeren is het bedenken en vastleggen van muziek. Een componist maakt gebruik van melodie, harmonie, ritme en structuur om een muziekstuk te creëren. Dit kan schriftelijk gebeuren (via bladmuziek) of via opname in moderne software.
Conductor
Een conductor is de dirigent van een orkest, koor of ensemble. De conductor geeft het tempo aan, bepaalt de inzet van de musici en zorgt voor balans en interpretatie. Een goede dirigent is essentieel voor een samenhangende uitvoering.
Contrabas
De contrabas is het grootste en laagst klinkende strijkinstrument. Het wordt veel gebruikt in klassieke muziek, jazz en rockabilly. De contrabas kan worden bespeeld met een strijkstok of getokkeld, en vormt vaak de basis van de ritmesectie.
Countertenor
Een countertenor is een mannelijke zanger met een hoge zangstem, vergelijkbaar met een alt. Deze stem wordt bereikt door gebruik van de falsetstem. Countertenors zingen vaak oude muziek, zoals barok en renaissance, en hebben een unieke, herkenbare klank.
Crescendo
Crescendo betekent ‘geleidelijk luider worden’. Het wordt vaak aangegeven in bladmuziek met een speciaal teken (<) of het woord zelf. Een crescendo zorgt voor opbouw, spanning of drama binnen een muziekstuk of passage.
Cross-over
Een cross-over is een muziekstuk of artiest die elementen van verschillende genres combineert. Denk aan klassieke muziek gemixt met pop, of jazz met hiphop. Cross-overprojecten spreken vaak een breder publiek aan en zorgen voor vernieuwing binnen genres.
Cymbaal
Een cymbaal is een metalen slaginstrument dat vaak in een drumstel voorkomt. Er zijn verschillende soorten zoals crash-, ride- en hi-hatcymbalen. Ze geven accenten, ritme en dynamiek aan de muziek. Cymbalen worden met stokken, borstels of handen bespeeld.
Cadens
Een cadens is een reeks akkoorden die een muzikale zin afrondt. In klassieke muziek kan een cadens ook een virtuoze solo zijn aan het einde van een deel, vaak door de solist geïmproviseerd of gecomponeerd. Het markeert vaak een rustpunt of slot.
Claves
Claves zijn twee houten stokken die tegen elkaar worden geslagen om een helder, ritmisch geluid te produceren. Ze worden veel gebruikt in Latijns-Amerikaanse muziek en vormen de basis voor ritmes zoals de clave in salsa en rumba.
Chorus
Het chorus is het refrein van een lied – het deel dat steeds terugkomt en vaak het meest herkenbaar is. In een band of opname kan een chorus ook verwijzen naar een effect dat het geluid voller en breder maakt, vaak toegepast op gitaren of zang.
Chart
Een chart is een overzicht van populaire nummers, meestal gebaseerd op verkoop, streaming of airplay. Denk aan hitlijsten zoals de Top 40. In jazz of pop wordt een ‘chart’ ook gebruikt als verkorte notatie van akkoorden of structuur van een nummer.
Choir
Een choir is een koor, een groep zangers die samen zingen. Er zijn verschillende soorten koren, zoals kinderkoren, mannenkoren, gemengde koren en professionele ensembles. Koren zingen vaak meerstemmig en komen voor in kerken, theaters en bij evenementen.