E
Echo
Echo is een audio-effect waarbij een geluid herhaald wordt, alsof het weerkaatst tegen een oppervlak. Het wordt vaak gebruikt in opnames om diepte of ruimte toe te voegen aan zang of instrumenten.
Egaliseren
Egaliseren betekent het aanpassen van het geluidsniveau van verschillende frequenties, vaak met een equalizer. Hiermee kun je bijvoorbeeld de bas harder zetten of de scherpe tonen zachter maken.
Elektrische gitaar
De elektrische gitaar werkt met magnetische elementen (pickups) die de snaartrilling omzetten in elektrische signalen. Deze kunnen via een versterker en effecten worden aangepast, wat een breed scala aan klanken oplevert.
Encore
Een encore is een extra optreden of nummer dat muzikanten spelen na het officiële einde van een concert, meestal op verzoek van het publiek.
Ensemble
Een ensemble is een groep muzikanten die samen speelt, zoals een strijkensemble, blazersensemble of jazzensemble. De term kan verwijzen naar kleine groepen tot grotere formaties.
Etude
Een etude is een oefenstuk voor een specifiek instrument dat gericht is op techniekverbetering. Veel etudes zijn ook muzikaal interessant en worden in concerten gespeeld.
F
Fade-out
Een fade-out is een techniek waarbij het volume van een muziekstuk geleidelijk zachter wordt tot het volledig verdwijnt. Het wordt veel gebruikt aan het eind van opnames.
Falset
Falset is een zangtechniek waarbij de zanger een hogere toon bereikt dan in het normale stemregister. Vooral bij mannen hoor je dit vaak in popmuziek en koorzang.
Fermate
Een fermate is een muzieknotatie die aangeeft dat een noot of rust langer moet worden aangehouden dan genoteerd. De lengte is vaak aan de uitvoerder of dirigent.
Fuga
Een fuga is een compositievorm waarin één thema door verschillende stemmen wordt geïntroduceerd en herhaald, vaak op complexe, overlappende manieren. Bekend uit de barokmuziek.
Folk
Folk is een muziekgenre dat zich baseert op traditionele volksmuziek. Het gebruikt vaak akoestische instrumenten zoals viool, banjo en gitaar, en vertelt verhalen over het dagelijks leven.
Fret
Frets zijn metalen strips op de hals van snaarinstrumenten zoals gitaren en bassen. Ze verdelen de hals in halve tonen en helpen de speler bij het intoneren van de juiste toon.
Fortissimo
Fortissimo (afgekort als ff) betekent dat het gedeelte zeer luid gespeeld moet worden. Het is een dynamische aanduiding in bladmuziek.
G
Glissando
Glissando is een speeltechniek waarbij je snel over de noten glijdt, bijvoorbeeld over de toetsen van een piano of langs de snaren van een viool of gitaar.
Groove
Groove verwijst naar het ritmische gevoel en de flow van een muziekstuk, vaak gedragen door de bas en drums. Een goede groove zorgt ervoor dat de muziek “lekker” voelt.
Gospel
Gospel is een muziekgenre met wortels in de Afro-Amerikaanse kerk, gekenmerkt door krachtige zang, koorzang, en thema’s van geloof en hoop. Het heeft veel invloed gehad op soul en R&B.
Geluidskaart
Een geluidskaart (audio-interface) zet analoge geluidssignalen om naar digitale data en andersom. Onmisbaar bij het opnemen van muziek op een computer of het aansturen van studiomonitoren.
G-sleutel
De G-sleutel, of vioolsleutel, geeft aan waar de noot G op de notenbalk staat. Het is de meest gebruikte sleutel en wordt gebruikt voor melodieën die in een hoger register liggen.
Gamba
De viola da gamba is een strijkinstrument uit de renaissance en barokperiode. Het heeft meestal zes of zeven snaren en frets, en wordt tussen de benen gehouden zoals een cello.
Gitaareffecten
Gitaareffecten zijn elektronische apparaten of pedaaltjes die het geluid van een elektrische gitaar beïnvloeden. Denk aan distortion, reverb, delay, chorus en wah-wah. Ze geven gitaristen een enorme klankvariatie.